Hemelvaart en wederkomst
‘(…) Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? (…) Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen gelijk gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren’ (Handelingen 1:11).
Evangelieverkondiging is niet alleen werk van mensen. Ook engelen mogen dat doen. Denk maar aan de adventsboodschap voor Maria, aan de kerstboodschap voor de herders, aan het paasevangelie dat de vrouwen mogen horen in de hof van Jozef. Na de hemelvaart van Christus brengt een engel zijn boodschap over het einde van deze aardse bedeling. Hij verkondigt dat de Heere Jezus is opgenomen in de hemel, maar ook dat Hij weer zal terugkomen. Zijn verblijf in de hemel is tijdelijk. Jezus is niet alleen Degene Die is weggegaan en aan Wie je een mooie herinnering overhoudt. Hij is juist voor allen die Hem verwachten, de Komende.
Toen de Heere Jezus vóór Zijn lijden Jeruzalem binnenreed op het veulen van een ezelin, had het volk geroepen: ‘Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in de Naam van de Heere.’ Zo is Hij nu de Komende voor alle gelovigen. Verwacht u Hem ook?
Alle machten zijn wel overwonnen, maar Hij regeert nog in de gestalte van het kruis. De laatste resten van de oude bedeling moeten nog worden opgeruimd. De vijanden moeten nog volledig aan Hem onderworpen worden. Daar is Hij nu mee bezig in het laatste der dagen. Het Evangelie gaat uit en het Koninkrijk komt wereldwijd. Jezus komt. Sinds Hemelvaart gaan we Zijn komst tegemoet. Als het zover is, neemt God de wolkensluier weg die Zijn stralende heerlijkheid nu nog bedekt, en dan zullen we door Zijn goddelijke luister overweldigd worden. Bent u betrokken bij waar Jezus nu in de hemel mee bezig is?
Worden in West-Europa de laatste resten van het christendom opgeruimd? Massaal verlaten mensen de kerk. Kleinkinderen van godzalige grootouders laten het afweten. De secularisatie knaagt aan het gebinte van de gemeente. Ik las ergens: ‘In de kerkbanken van vandaag zitten de toekomstige atheïsten’. Als je alleen uit traditie naar de kerk komt, gaat je nageslacht straks niet meer. Traditionalisme houdt geen stand, want dat is een leeg testament, daar zit Christus niet in. Het gaat om Hem, om echte geloofskennis van de levende Christus. Als Hij alles voor u is, zijn we verwonderd over wat Hij deed in Zijn verlossingswerk.
We dienen Hem nu in het heden als onze Koning en zien met verlangen uit naar de toekomst.
Deze Jezus zal op dezelfde wijze terugkomen, zegt de engel. Rekent u daarmee en daarop? We hebben het vaak zo druk met ons werk en onze idealen. Kunnen we eerlijk zeggen dat we iedere dag op zijn minst wel een keer aan Jezus’ komst denken? Dat maakt van ons leven hier een pelgrimsleven.
Als je Hem liefhebt, wordt je sterven een hemelvaart. Maar het mooiste is toch als Hij terugkomt en aan al Zijn kinderen een plaats geeft in de nieuwe schepping. Daarom mogen we naar die dag met groot verlangen uitzien. ‘’k Ben reizend naar die stad, waar Christus ’t licht zal zijn, om eeuwig daar te zijn bij Hem, bevrijd van zorg en pijn.’ Zingt u dit met heel uw hart mee?
Op dezelfde wijze zal Hij terugkomen, zegt de engel. Zoals Hij ging, zo komt Hij. Plotseling, onverwachts, hoewel Hij Zijn discipelen erop voorbereidde. Hij komt op de wolken van de hemel. Dat wijst op Zijn goddelijke majesteit. ‘Denk aan de wolk bij de Sinaï en ‘Iemand als de Mensenzoon’, Die met de wolken van de hemel kwam’ (Dan. 7:13). Wie Hem niet liefheeft, zal roepen: ‘Bergen valt op ons.’ En wie Hem verwacht, zal zeggen: ‘Zie, dit is onze God; we hebben Hem verwacht, en Hij zal ons verlossen. Dit is de Heere, wij hebben Hem verwacht, we zullen ons verheugen en verblijden in Zijn heil’ (Jes. 25:9).
Dezelfde Die heenging, komt terug – geen ander, geen vreemde. Wie Hem in dit leven leerde kennen, hoeft niet bang te zijn. Het vreemde jaagt angst aan, het bekende geeft vertrouwdheid en geborgenheid.
‘Op die dag van Zijn komst zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg’ (Zach. 14:4a). We kunnen niet in gedachten op de Olijfberg blijven. Het is goed daar even te zijn, Hem na te staren, te bedenken waar Hij nu is en wat Hij daar doet, en te hopen op de erfenis. Maar we gaan verder. Ons leven wordt niet lamgelegd. De geschiedenis gaat verder naar de jongste dag. De morgen komt, waarop geen nacht
meer volgen zal. Zo komt Hij steeds dichterbij, totdat Hij er is. En dan zullen we Hem zien gelijk Hij is en altijd met de Heere zijn.
Ds. C.G. Vreugdenhil