HOOP OP HERLEVING
‘Breng ons weder, o God onzes heils, en doe te niet Uw toornigheid over ons. Zult Gij eeuwiglijk tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht? Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat Uw volk zich in U verblijde?’ (Psalm 85:5-7)
We weten allemaal dat het niet goed gaat in ons land. De geestelijke toestand van ons land, dat ons lief is en waarin wij met onze opgroeiende kinderen leven, verslechtert in hoog tempo. In veel gezinnen, maar ook op politiek niveau en in de rechtbanken wordt het Woord van God vertrapt en afgewezen. Wat in vroegere generaties werd gefluisterd, wordt vandaag geschreeuwd en van de daken geroepen. We zijn een land waarop de toorn en de wraak van de Heere rust!
De dichter van Psalm 85 verkeert in nood. Toch geeft hij de schuld van zijn situatie niet aan de Babyloniërs of de Perzen of welke vijand van het volk van Israël dan ook. De historische context van Psalm 85 is niet helemaal duidelijk, maar wel duidelijk is dat de dichter in vers 4 spreekt over Gods verbolgenheid over Zíjn vólk. Keer af uw toorn over óns. Hij kijkt niet naar de wereld en de kwaden om hem heen. Hij kijkt naar zichzelf. Ons. Wíj hebben gezondigd. Het bederf van een land begint altijd bij de kerk, wanneer het getrouwe, profetische geluid van Gods Woord wordt gedempt en tot zwijgen wordt gebracht. Wanneer het zwaard van de Geest bot wordt of verhuld wordt.
Waarom is er een herleving nodig binnen onze kerken? Dat is omdat onze kerken de toorn van Jehova tonen. Ons lánd ligt onder de toorn van God. Lees bijvoorbeeld eens Romeinen 1 en u ziet om ons heen gebeuren wat daar staat. Waar gaan we heen? De geschiedenis herhaalt zich. God oordeelt elk volk, elk land, op dezelfde manier. Vooral landen die het Woord van God hebben ontvangen. En dat hébben wij. Aan ons zijn de woorden van God toebetrouwd! Niet alleen ons land, ook onze kerken vertonen bewijzen van Gods rechtvaardige toorn.
Waarom houdt God Zich van ons terug? Er zijn veel redenen, gemeente, om onszelf te onderzoeken, als ambtsdragers en als kerkgangers. Wij moeten onderzoeken. ‘O God, doorzoek mij, ken mij, beproef mijn hart. Laat mij dan zien: wat is het? Wat is het, in mij, in mijn dienstwerk, in mijn denken en in mijn hele leven dat U doet terugdeinzen en waardoor U Zich van ons terughoudt?’
Wat zal herleving doen? In vers 7 lezen we over de vrucht van herleving: opdat Uw volk zich in U verblijde. Dat Uw volk zich in U mag verheugen en Gods heil mag ervaren. Opwekking uit de hemel zal herstel brengen van wat vergaan is, herstel van wat ingezonken, dof, zwak en vreesachtig is geworden.
Waar is de hoop op zo’n herleving in onze dagen? Nu vraagt de psalmdichter: Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht? Van generatie op generatie? Wat gebeurt er dan met onze kinderen en onze kleinkinderen en onze achterkleinkinderen? Wat is dan de grond van zo’n hoop op opwekking?
Vrienden, die hoop ligt in de soevereiniteit van God. Dat is de hoeksteen van de hoop. Dat is de hoeksteen van troost. Dat is de rots van de Schrift. God is soeverein. Hoewel wij niets anders verdienen dan weg te zinken in het gat dat wij hebben gegraven, is Hij soeverein om Zijn eigen zaak te doen herleven en Zijn volk te bezoeken en Zijn glorie in deze gevallen wereld voort te brengen.
Kom, hoe begon het in het paradijs, toen de mens van God wegliep? Toen wij in opstand kwamen tegen de Almachtige, toen wij Zijn werk vernietigden, was er toen de hoop op een zoekende God? Hij is een soevereine God. Hij kwam, zoekende, zoals Hij vandaag kwam en zocht.
Als het van onze kant moest komen, dan zou er geen hoop zijn. Dan zou alleen de duisternis er zijn van onze diepe val. Dan zou er vandaag voor ons geen verwachting zijn. De psalmdichter brengt ons tot dat punt in de laatste helft van deze Psalm, waarin hij op zo’n poëtische manier de glorie van Jezus Christus naar voren brengt in eigenschappen, die schijnbaar tegenstrijdig zijn en toch samengaan. Gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. De psalmdichter leidt ons naar het kruis. Het kruis van Jezus. Inderdaad, het is alleen in Hem en door Hem, dat onze heilige en rechtvaardige God een weg heeft uitgedacht waardoor Hij barmhartigheid kan tonen en over ons en onze generaties de Heilige Geest kan uitstorten, om ons te doen herleven en ons te herstellen. Het is alleen vanwege Christus’ verdiensten en Zijn opstandingsleven, waardoor Hij dood en satan en zonde heeft overwonnen, dat Hij ook vandaag vrij en soeverein in ons midden kan komen om ons opnieuw te herstellen, om ons opnieuw te verlevendigen. Alleen Hij is de Hoop op herleving in onze dagen!
Ds. A.T. Vergunst