Overvloeiende beker
‘Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende’ (Psalm 23:5).
De beker van verlossing is een overvloeiende beker. Deze beker is gevuld met de zegen van de vergeving der zonden, de toerekening van Christus’ gerechtigheid, de aanneming tot kinderen van God, de verzegeling met de Heilige Geest en de bewaring tot de eeuwige zaligheid. Is dat geen overvloeiende beker?
Velen van Gods kinderen hebben niet zo’n overvloeiende beker. Zij zeggen het David niet na: ‘mijn beker is overvloeiende’. Zij gaan klagend en zuchtend hun weg. Zij zijn heel hun leven aan de dienstbaarheid onderworpen en van de jeugd doodbrakende. Zij kunnen David en andere kinderen van God niet begrijpen, die spreken van een overvloeiende beker van troost en zielenvreugde. Zij vertellen u hoelang en ernstig zij al proberen om hun beker te reinigen van alle zonde en onreinheid. Zij zoeken hun beker schoon te wassen met tranen en berouw. Zij zoeken hun beker geschikt te maken voor de ontvangst van Gods genade in de weg van gebeden en heilige ernst. Zij vergeten echter dat de enige weg om de beker gevuld te krijgen, is om met een lege beker tot Christus te gaan. Zij zien niet, dat wij dan het meest geschikt zijn om door Christus gered te worden, wanneer wij als een ongeschikte en onwaardige tot Hem gaan. Onze beker blijft zo leeg, omdat wij het bij de gebroken bakken van het werkverbond zoeken. Wij zijn meestal nog zo rijk met ons klagen. Wie met een lege beker en een dorstig hart tot Christus komt, zal spoedig met David kunnen instemmen: Mijn beker is overvloeiende.
Wat een gezegende Herder is Jehova! David zingt van Hem: ‘Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.’ Hoe groot uw zonden ook zijn; het bloed van Jezus Christus kan u genezen. Zoals het water van de zondvloed ver boven de hoogste berg uitrees, zo stijgt het bloed van Christus in kracht uit boven uw schuld en zonden. Van Christus zegt God in Zijn Woord: ‘Waarom Hij volkomen zalig maken kan, al degenen, die door Hem tot God gaan.’ De Zaligmaker Zelf voegt er aan toe: ‘En die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.’ Vlucht dan toch tot deze Zaligmaker! Vertrouw uw ziel in Zijn handen. Zie op een bloedende Jezus en roep: ‘Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!’ U kunt zichzelf niet genezen. Het is zo waar, wat Luther aan de jonge Melanchton die zichzelf ook trachtte te genezen, schreef: ‘De oude Adam is te sterk voor de jonge Melanchton’.
De genezing is alleen te vinden in het bloed van Christus. Wij kunnen het bedreven kwaad niet ongedaan maken en de boosheid van ons hart niet genezen. De hemelse Herder kan dit wel. Hij staat gereed met de balsem van Gilead om alle gebrokenen van hart te helen. Davids beker was overvloeiende. Mensen zoeken hun levensbeker te vullen met geluk en vreugde. Wat dat betreft zijn wij allen op zoek naar het verloren Paradijs. Zij slagen er echter nooit in om hun beker te vullen. Zij zoeken hun beker gevuld te krijgen bij de verkeerde bron. Zij zoeken voldoening te vinden in rijkdom, macht, roem, plezier en genot. Dorstig haasten zij zich tot de gebroken bakken van een leven zonder en buiten God en Christus. Maar de wereld kan onze beker niet vullen. De wereld is gelijk aan de dochters van de bloedzuiger, die alleen maar roepen: geef, geef! Toen Alexander de Grote de gehele wereld aan zich onderworpen had, liep hij wenend door zijn paleis. Op de vraag van zijn hovelingen wat er aan scheelde, antwoordde hij: ‘Ik ben bedroefd omdat er maar één wereld te overwinnen is.’ Er is geen geluk en voldoening buiten God. Teleurstelling is het einde van een zoeken naar geluk buiten God en Christus.
Doe daarom niet als de goddelozen, die luid roepen: ‘Wijk van ons, want wij hebben aan de kennis van Uw wegen geen lust.’ Hem zal eens een beker ter hand gesteld worden, waarvan de Schrift zegt: ‘Want in de hand des Heeren is een beker, en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit, doch alle goddelozen der aarde zullen zijn droesem uitzuigende drinken’ (Jeremia 51:7).
Gods kinderen worden echter aan de ingang van de eeuwige schaapskooi opgewacht door hun hemelse Herder. Zij zullen geleid worden naar de fonteinen van het water des levens en voor eeuwig met David zeggen: ‘Mijn beker is overvloeiende.’
Ds. C. Harinck
Fragment uit: ‘De HEERE is mijn Herder’, negen preken over Psalm 23, Uitgeverij Groen – Heerenveen, 1998