PROFETIE VAN BILEAM
‘Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren.’ (Numeri 24:17)
De adventsdagen bepalen ons vaak bij profetieën in het Oude Testament die heenwijzen naar de komst van de beloofde Verlosser Jezus Christus, het Woord dat vlees zal worden. Het kwam in vervulling, toen Hij geboren werd in de kribbe van Bethlehem. Maar de kerk van het Nieuwe Testament eindigt niet in de kribbe van Bethlehem, want wij weten het: Hij ís gekomen en Hij lág in de kribbe, maar óók: Hij is opgestaan uit de doden en Hij leeft en zal eenmaal weerkomen om te oordelen de levenden en de doden.
Eén van deze teksten die gaan over de komst van Christus, is de profetie van Bileam. In de geest ziet hij een Persoon in een luisterrijke en heerlijke waardigheid. Hij ziet hem in een schittering, zó glansrijk, dat hij uitroept: Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen.
Een ster uit Jakob… Jakob, die op zijn sterfbed zijn zoon Juda mag aanwijzen: Juda, gij zijt het (Gen. 49:8). Uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël (Micha 5:1).
Straks komt uit de lijn van Jakob het koninklijk geslacht van David. En dan zal aan David de belofte gedaan worden dat zijn huis altijd iemand zal hebben die op de troon zal zitten, Jezus Christus en Die gekruisigd. De Heere heeft Jakob liefgehad en uit Jakob zal die Zaligmaker en Verlosser komen. En als Bileam Hem hier tekent, dan is dat als ‘de ster van Jakob’. Ja, dat zal Hij zijn, de blinkende Morgenster. De blinkende Morgenster die zijn licht zal laten schijnen in de duisternis.
Er ligt in het beeld dat Bileam gebruikt ook nog een oosters accent. In het oosten werden de koningen en heersers wel aangeduid met een embleem van een ster of een zon. Op die manier werd het heerlijke, het luisterrijke en het blinkende van het koningschap aangeduid. Zo wordt ook in die ster van Jakob de Zaligmaker aangeduid in Zijn koninklijke waardigheid, heerlijkheid en heerschappij.
De tekst vervolgt: Die (die blinkende Morgenster) zal de palen der Moabieten verslaan en zal al de kinderen van Seth verstoren. De Heere draait het om: Bileam moet niet Israël vervloeken, maar Moab.
Dit is het woord van God, een woord dat waar is. Dat is een vloek die ook voltrokken wordt, want als God vloekt, dan wordt dat ook voltrokken. Mensen kunnen ook wel vervloeken, maar dat kan een lege vervloeking zijn. Maar als God Zijn vloek uitspreekt, dan wordt die volvoerd. Zo ook met Moab. David zal later de Moabieten onderwerpen. Na Achabs dood komen zij weer vrij. Maar later worden de Moabieten en de Amonnieten van de kaart geveegd. Zij zijn niet meer te vinden tot op de dag van vandaag. Ze zijn weggevaagd, maar Israël bestaat nog.
En dan staat er nog bij, aan het einde van de tekst: En zal al de kinderen van Seth verstoren, dat wil zeggen: verbreken. ‘Seth’ kan ook vertaald worden met ‘rumoermaker’. Mensen die krijgsrumoer veroorzaken, die denken dat zij goed tegen God kunnen vechten en staande blijven.
Maar, zoals Johannes het tekent in Openbaring, Christus zal met de adem van Zijn mond de vijanden verdelgen en verslaan. Alles zal ten onder gaan en geveld worden voor die ster uit Jakob, voor die scepter uit Israël. Dan zullen alle geestelijke Moabieten en Amonnieten, allen die niet hebben willen buigen voor Koning Jezus, met de adem van Zijn mond voor eeuwig worden weggestoten in de poel die brandt van vuur en zwavel. Hij zal de palen der Moabieten verslaan, en Hij zal de kinderen van Seth verstoren, allen die vijand zijn.
En weet u wat Hij nu ook kan? Die ster van Jakob, die Koning van Israël, kan die geestelijke Moabieten veranderen, Hij kan hen van vijanden tot vrienden maken. Dat is het heden van de genade. Geestelijke ordeverstoorders, geestelijke vechters tegen God, Hij kan ze nog aan Zijn voeten leggen zoals Saulus. Een wolf kan Hij maken tot een lam, want Hij spreekt en het is er; Hij gebiedt en het staat er.
Wij zijn nog in het heden van de genade, en nu wordt Hij nog gepreekt als de Verlosser, die ster uit Jakob in de donkere nacht. Een licht, zo groot en schoon, dat is de Zaligmaker Jezus Christus. Die blinkende Morgenster zal verschijnen en zal maken dat ook Zijn volk straks met Zijn heerlijkheid bekleed is, zonder vlek en zonder rimpel, eenmaal verlost van alle zonde, en van de strijd en van de aanvallen van de Moabieten en de Ammonieten en noem ze maar op. Eenmaal verlost van alle vijanden van de Kerk mag zij boven zijn met Hem drie-enig. Om Hem toe te brengen alle lof, en alle aanbidding, en alle dankzegging, van nu aan tot in eeuwigheid.
Ds. K. de Gier
