Verantwoordelijk en verdraagzaam
‘Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.’ (…) ‘Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods’ (1 Korinthe 11 : 10-16).
De brief van 1 Korinthe is geschreven door Paulus. De gemeente Korinthe is ontstaan door het zendingswerk van Paulus. De gemeenteleden waren hem goed bekend, want hij had er anderhalf jaar gewoond. We lezen in 1 Korinthe 7:1, dat Paulus in zijn brief ingaat op ‘dingen, waarvan de mensen uit de gemeente hem geschreven hebben.’ Daarom schrijft Paulus over het huwelijk, het eten van offervlees, over het gemeenteleven, waaronder ook het thema hoofdbedekking. In 1 Korinthe 11 begint een nieuw gedeelte in de brief, dat handelt over het gemeenteleven. In deze overdenking staan we stil bij de lessen die ons aangereikt worden rond het thema hoofdbedekking.
1 Korinthe 11 start ermee om alle gemeenteleden erop te wijzen, dat ze navolgers moeten zijn van Christus en van Paulus. Paulus heeft de Korinthiërs in het hoofdstuk daarvoor gewezen op de christelijke vrijheid. Hij heeft hen duidelijk gemaakt elkaar niet tot aanstoot te zijn en elkaars geweten vrij te laten en niet nodeloos te belasten. Het is beter om niet je eigen voordeel te zoeken, maar het belang van velen te dienen. Paulus maakt steeds weer duidelijk, dat het heel belangrijk is om als gemeentelid je bewust te zijn van eigen verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid draag je voor eigen keuzes en je eigen gedrag in het dienen van God en de medegemeenteleden.
Het gaat in 1 Korinthe 11 om de eigenheid van mannen en vrouwen in een directe relatie tot Christus en Zijn gemeente. Dat is stevig aangezet als context voor het dragen van hoofdbedekking. In Paulus’ tijd konden vrouwen een soort omslagdoek om hun hoofd trekken. Paulus geeft aan dat deze hoofdbedekking voor de vrouw tijdens de kerkdienst nodig is. Hij spreekt over hoofdbedekking bij bidden en profeteren, wat door verklaarders wordt uitgelegd als de belangrijkste onderdelen van de kerkdienst. Paulus zegt tegen de gemeente van Korinthe dat het nodig is om met een simpel, maar eerbiedig gebaar orde te scheppen in de door God gewenste verhoudingen tussen Christus en de kerk, en tussen mannen en vrouwen. Het is goed en nodig om daar verantwoordelijk mee om te gaan, ook in onze tijd. Er is namelijk veel in onze dagen dat opkomt tegen deze door God gewenste orde van Christus-man-vrouw.
Een ander belangrijk punt, waar Paulus aandacht voor vraagt, is verdraagzaamheid. Paulus sluit het gedeelte af, met de woorden dat hijzelf noch de gemeente van God de gewoonte hebben om ruzie te zoeken (twistgierig te zijn, zie 1 Kor. 11:16). We moeten in de gemeente verdraagzaam zijn naar elkaar en elkaar niet de maat nemen. Als het over hoofdbedekking gaat, is het bijvoorbeeld goed om de nuchtere woorden uit kanttekening 11 bij 1 Korinthe 11:4 te lezen. Daar staat, dat de ontdekking van het hoofd toen (bij mannen in de tijd van Paulus, red.) een teken was van macht en heerschappij. Heden ten dage (17e eeuw, red.) daarentegen degenen die macht over anderen hebben, hun hoofden zullen gedekt houden, en die onder anderen staan voor dezelve hun hoofden zullen ontdekken. Doch in dit alles moet men altijd zien op het gebruik van verscheidene tijden en landen, en wat daarin eerlijk en stichtelijk is.
Paulus geeft in vers 3 de onopgeefbare gezagsverhoudingen aan. Namelijk dat Christus het Hoofd is van iedere man, en de man het hoofd is van de vrouw. Toch weerhoudt dat de kanttekenaars naar aanleiding van vers 4 er niet van om rekening te houden met culturele invloeden bij het wel en niet dragen van hoofdbedekking. Dat mag ons mild stemmen in hoe we over anderen denken, laat staan oordelen.
Waar komt het dragen van hoofdbedekking in de kerk eigenlijk vandaan? Wat zegt de Bijbel er over? Het dragen van een hoofddeksel heeft oude papieren. Door de kerkgeschiedenis heen hebben vrouwen tot in de 19e eeuw een hoofddoek in de kerk gedragen. Tot en met de jaren zestig in de vorige eeuw was het dragen van hoofdbedekking in de kerk een algemene gewoonte. Maar met de tweede feministische golf verdween de hoed steeds meer uit het straatbeeld. Tegelijkertijd verdween de hoed ook meer en meer uit de Nederlandse kerken.
We constateren, dat ook in onze gemeente meer meisjes en vrouwen niet langer hoofdbedekking dragen. Mogelijk wordt het gezien als iets van vroeger? Of mogelijk heeft verdieping in het thema ertoe geleid dat het niet langer nodig is?
Twee belangrijke eigenschappen voor gedrag in de gemeente bepalen de toon in Paulus’ brief aan de gemeente van Korinthe. Verantwoordelijkheid nemen en verdraagzaam zijn. Bij het dragen van hoofdbedekking is dat hetgeen wat ons gedrag moet bepalen. Verantwoordelijkheid nemen door een ander niet te ergeren en jezelf te verloochenen. Je draagt er wezenlijk aan bij dat de onderlinge eenheid niet geschaad wordt. En verdraagzaam zijn door de ander niet te veroordelen.
Het komt voor dat gemeenteleden bezwaren hebben bij het gedrag van een medebroeder of -zuster. Dat geldt soms ook op het terrein van hoofdbedekking (al zijn er echt belangrijkere zaken om bezwaren over te hebben naar elkaar toe). Bespreek dan in liefde onderling wat uw bezwaar is. Luister oprecht naar elkaars reactie. Probeer niet te provoceren en probeer ergernis te voorkomen. Verdraag elkaar in liefde. En doe dat eerst, voordat u het bespreekt met de kerkenraad. Dat is de Bijbelse weg. Laten we ook niet vergeten, dat iedereen welkom is in onze kerk. Hoofdbedekking dragen is geen plicht waaraan je moet voldoen voordat je welkom bent in de kerk. Dat moet zo blijven.
Het ging in deze overdenking over hoofdbedekking, over de ‘macht op het hoofd van de vrouw’. En het ging over verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid. Wilt u en wil jij als lid of dooplid van onze gemeente daarin ook zoeken naar hoe je hierin Christus’ navolgers kunt zijn en de gemeente kunt dienen?
Namens de kerkenraad,
M. Schot (voorzitter)